Profniveau in Tweede Divisie : De fysieke kracht van SV Spakenburg

Bij SV Spakenburg gaat het al een tijdje voor de wind. Er wordt gewonnen van (bijna) alle ploegen, staan bovenaan in de Tweede Divisie (Betnation League) en hebben onlangs Helmond Sport verslagen in de 1e ronde van de KNVB beker. Quick Boys verslaat NAC Breda, AFC Amsterdam knikkert eredivisionist PEC Zwolle uit de beker en HHC Hardenberg wint “gewoon” van Heracles Almelo. Zelfs Derde Divisie club Sparta Nijkerk maakte het de profs van Fortuna Sittard enorm lastig en capituleerde 10 minuten voor tijd. We kunnen inmiddels wel stellen dat het niveau van de amateurs de laatste jaren flink omhoog is gegaan. Misschien wel zo ver, dat het amateurs op profniveau zijn. Performance coach Niek van Logtestijn aanschouwt het amateurvoetbal bij SV Spakenburg al ruim acht jaar. We zijn benieuwd hoe hij hier naar kijkt en waar het plafond van de club uit Bunschoten-Spakenburg ligt.

Laten we beginnen met het recente succes in de beker. Jullie hebben opnieuw voor een verrassing gezorgd door Helmond Sport uit te schakelen met 3-1. Is dit inmiddels normaal voor jullie geworden?

Het zal nooit helemaal normaal worden, denk ik. Het blijft altijd bijzonder om een BVO te verslaan. Maar in de afgelopen 8 jaar dat ik hier ben, zijn de voetbaltechnische en fysieke verschillen met de BVO’s steeds kleiner geworden. Dus het is misschien niet normaal, maar de kans wordt wel groter, en dat zie je ook aan andere bekeruitslagen.

We zien inderdaad andere amateurclubs zoals Quick Boys en AFC ook succesvol zijn tegen BVO’s. Is Spakenburg fitter geworden dan in voorgaande jaren?

Zeker, de intensiteit in de Tweede Divisie flink is toegenomen in de afgelopen jaren. Clubs besteden meer aandacht aan fysieke voorbereiding, preventie van blessures en hebben performance trainers in hun staf. Het wordt elk jaar professioneler, en we horen van spelers die eerder in het betaald voetbal speelden dat de voorzieningen hier soms beter zijn dan bij BVO’s.

Komt dit ook doordat er meer vrijwilligers betrokken zijn bij de club, die uit pure liefde voor de club werken, in plaats van betaald te worden?

Bij ons is het niet echt vrijwilligerswerk meer, althans niet zoals vroeger. Je kan wel spreken van in mijn geval een 2e baan. Ik kan niet spreken voor andere clubs, maar er wordt hier serieus gewerkt aan de ontwikkeling van de club.

Hoe ver zijn jullie verwijderd van de Keuken Kampioen Divisie? Zouden jullie moeiteloos kunnen meekomen in die competitie?

Het is moeilijk te zeggen, omdat het afhangt van veel factoren. De verschillen zijn klein, en ik denk dat veel van onze spelers in de Keuken Kampioen Divisie zouden kunnen spelen, maar sommigen kiezen er bewust voor dat niet te doen. Het verschil zit vooral in het aantal trainingsmomenten en dus de tactische voorbereiding over een heel seizoen, waar BVO’s meer mogelijkheden voor hebben. Dus op dat gebied is er verschil merkbaar. Wij moeten ook werken naast het voetballen, dus dat maakt het uitdagender. Op dat niveau ben je de hele dag met voetbal bezig. Maar we hebben laten zien dat we voetballend goed mee kunnen komen, zelfs tegen clubs als PSV. Dat toont aan dat onze fitheid en voetbalcapaciteiten dichter bij elkaar komen.

In hoeverre is jouw rol veranderd van het begin tot nu eigenlijk?

Ik begon 2 seizoenen als een van de fysiotherapeuten in het medisch team toen werd mij gevraagd of ik hoofd van de medische staf wilde worden. Sindsdien ben ik altijd aanwezig bij alle trainingen en wedstrijden. Onze medische staf bestaat nu uit vier fysiotherapeuten, waarvan er altijd minimaal 2 actief zijn tijdens de trainings en wedstrijdmomenten. De verdeling is zo dat ik grotendeels het ‘’buiten’’ werk (GPS performance, warming-up, veld revalidatie) oppak en een van mijn collega’s het ‘’binnen’’ werk (behandeling, gym revalidatie).

Dus je bent verantwoordelijk voor het medische en prestatiebeleid

Ja, als hoofd van de medische staf ben ik verantwoordelijk voor het medische en performance beleid. Dit is in de loop der jaren aanzienlijk geëvolueerd. We zijn constant bezig met het verbeteren en door ontwikkelen, vooral nu met de nieuwe trainer, Chris de Graaf. We werken perfect samen om op elk vlak verbeteringen door te voeren en streven ernaar om de top van de tweede divisie te bereiken en te behouden.

Hoe zit het met fitheid en blessurepreventie bij Spakenburg?

Intensiteit zijn van groot belang voor onze speelwijze. Om intensiteit te kunnen leveren moet je fit zijn. Dit is cruciaal om als team te groeien. Blessurepreventie is ook een belangrijk aspect. We gebruiken de JOHAN data om te bepalen hoeveel belasting elke speler aankan, en we houden rekening met de intensiteit en fitheid van elke speler. We maken gebruik van het PACER gps-hr systeem om deze gegevens toe te passen in onze trainingen.

Wat is je grootste uitdaging om een volgende stap te zetten in de fitheid van Spakenburg?

Momenteel richten we ons vooral op het verbeteren van de individuele fitheid. We hebben al gewerkt aan het brengen van de basisfitheid op een acceptabel niveau, maar nu willen we ons richten op het optimaliseren van de prestaties van individuele spelers. Dit vereist meer gedetailleerde en individuele benaderingen, wat een uitdaging is, maar we werken er hard aan.

SV_Spakenburg_Niek-van-Logtestijn_JOHAN-Sports-PACER-gps-3

SV_Spakenburg_Niek-van-Logtestijn_JOHAN-Sports-PACER-gps-5

Wat is je doel voor de winterstop?

Ons doel voor de winterstop is om de trainingsintensiteit stabiel te houden, ondanks de rommelige schema’s met bekerwedstrijden. We willen een goede basis opbouwen om na de winterstop verdere stappen te kunnen zetten in de fitheid en prestaties van ons team.

Hoe beoordeel je de fitheid van Spakenburg in vergelijking met andere teams in de competitie?

In het begin merkten we dat we aan het einde van de wedstrijden de overhand kregen, wat suggereerde dat we fysiek sterker waren dan onze tegenstanders. Onze goede voorbereiding heeft hier zeker aan bijgedragen. We hebben geleerd om niet meteen te hard te trainen, maar eerder de juiste balans te vinden tussen intensiteit en frisheid.

Hoe reageren spelers op het meten van hun prestaties?

Spelers hebben een haat-liefdeverhouding met het meten van hun prestaties middels de GPS sensoren. Sommigen spelers, basisspelers vooral, willen hun prestaties terugzien en anderen zijn juist weer terughoudend. We proberen de spelers niet te veel te belasten met metingen en leggen vooral de nadruk op de resultaten en verbeteringen in hun prestaties. Over het algemeen begrijpen de spelers echter het idee achter de metingen en streven ze ernaar om beter te worden.

SV_Spakenburg_Niek-van-Logtestijn_JOHAN-Sports-PACER-gps-4

Ik ben ook benieuwd naar jullie voorbereiding op de winterstop en de tweede seizoenshelft. Zijn er bepaalde zaken waar jullie nu al over nadenken, of bekijken jullie het echt van wedstrijd tot wedstrijd? En hoe zit het met de fysieke voorbereiding voor volgend jaar?

Nou, zoals ik al eerder zei, proberen we nu de trainingsbelasting vrij constant te houden. Ongeveer na 10 weken heb ik individuele aanpassingen gedaan, vooral met betrekking tot de wedstrijdbenchmark. Ik kijk dan naar de gemiddeldes van het aantal wedstrijden per speler na 10 weken en bepaal dan of we die belasting moeten aanpassen en eventueel verhogen We willen de belasting tot aan de winterstop nu stabiel houden om ervoor te zorgen dat iedereen goed herstelt en fris blijft. Na de winterstop gaan we kijken of we de belasting geleidelijk wat kunnen verhogen. Maar dit is nog in ontwikkeling en zal ook afhangen van externe factoren, zoals bekerwedstrijden.

Dus de trainingsbelasting blijft tot aan de winterstop min of meer stabiel, maar daarna streven we naar een geleidelijke toename.. Maar we moeten dit nog verder bekijken en aanpassen, rekening houdend met de wedstrijdschema’s. Dat is een behoorlijke uitdaging, omdat we ook rekening moeten houden met eventuele extra wedstrijden, zoals bekerwedstrijden. Dit kan de planning soms wat rommeliger maken, en we willen niet te veel belasting op de spelers leggen waardoor er vermoeidheid ontstaat. We hebben in het verleden geleerd dat te hard trainen in deze weken juist leidt tot afname van frisheid op de wedstrijddagen, en dat willen we vermijden.

Nu, om af te sluiten, stel dat de wens van Chris de Graaf uitkomt en jullie spelen tegen Feyenoord in De Kuip. Wie denk je dat de meeste meters zal afleggen?

Haha, dat is een interessante vraag. Het hangt af van hoe de wedstrijd verloopt. Feyenoord zal waarschijnlijk wel meer sprintmeters maken, maar aan de andere kant, als we inzakken, zullen we counterkansen krijgen en onze aanvallers veel sprintmeters afleggen. Ik weet bijvoorbeeld de halve finale KNVB beker tegen PSV waren de sprintmeters niet heel afwijkend dan normaal, maar de hoge acceleraties (<3 m/s) waren juist extra hoog. Voornamelijk omdat je veel meer in de “voetbalacties” komt. Tegen Helmond Sport was eigenlijk hetzelfde.

Maar goed, ik verwacht niet dat wij op fysiek vlak van Feyenoord zullen winnen, maar liever minder sprintmeters maar dan wel met de winst er vandoor gaan haha.

Het zou mooi zijn als het er toch nog een keer van komt. Bedankt en veel succes de rest van het seizoen

Wil je meer weten over het JOHAN PACER systeem? Neem contact op via onze contact pagina!